Karpers gedijen goed in kristalheldere wateren. Wat kan je tegenkomen en hoe pak je het aan:
Het eerste obstakel dat je tegenkomt, is wiergroei. Door het heldere water dringt de zon eenvoudig door tot de bodem en zal het water opwarmen. Zodra het water tien graden wordt, zal het wier in snel tempo beginnen te groeien. Dit geeft de nodige problemen bij de presentatie van je aas, en hoe je lijn door het water/wier loopt. Bij ondiepe wateren groeit het wier zelfs boven het water uit!
Het wier is een voedingsbron voor de vissen in het water, je kan er kreeftjes, slakken, mosseltjes en garnaaltjes in vinden.
De eenvoudigste manier om op het wier te vissen is door er een vrijlopende Chod op te leggen. Dit geeft je een goede presentatie.
Een andere manier die mijn voorkeur heeft is door op zoek te gaan naar de gaten en gangen in het wier. De gangen zijn de routes van de karper, en die komen uit op de schone gaten in het wier. Die gaten zijn de plekken waar de karper zich voedt.
In mijn opzicht de beste plek om een rig in te laten zakken.
Tips om hier beter te kunnen vissen.
1 Drop je loodvervanger
Ik weet dat dit een gevoelig onderwerp is, maar ik drop altijd mijn loodvervanger als ik in wier vis. Dit is de enige manier om de vis veilig te landen. De loodvervanger is in mijn geval de kiezelsteen, die zijn er in alle soorten en maten. Boor er een gat in en lijm een wartel in het gat, of gebruik een stuk elastisch materiaal om de steen, en doe dat in je loodklip.
Het droppen van je loodvervanger vergroot de kans aanzienlijk om je vis te landen, zelfs met een weerhaak loze haak.
Zodra het lood wordt gedropt, zal de vis onmiddellijk naar de oppervlakte stijgen en vrij blijven van enig wier. Als het lood of vervanger niet gedropt wordt, zal de karper het wier in duiken waardoor je lijn en lood vast komen te zitten, en dit resulteert in de meeste gevallen het lossen van de vis.
Ik vis om een vis te vangen en niet om er 1 te verspelen, dus mag het me door het droppen van de loodvervanger best wel iets meer kosten om een vis veilig op de mat te krijgen.
2 Gebruik grote haken
Gebruik geen haakmaat kleiner dan maat 6. Karpers op een grindafgraving hebben harde monden van het wroeten op de harde bodem en het kraken van mosselen en slakken. Door de grotere haak pak je bij een inhaking meer vlees. Ook bij vissen met een zachte bek is het raadzaam een grotere haak te gebruiken i.v.m. het inscheuren.
De grotere haak vind ik scherper als ze uit de verpakking komen, en ze zijn eenvoudiger zelf scherper te maken. Grotere haken hebben ook een grotere bocht. Ze pakken meer vlees bij de inhaking waardoor je meer druk kan zetten met een kleinere kans op inscheuren, zo is je kans veel groter om de vis te landen als hij door het woud van obstakels zwemt tijdens de dril.
Een weerhaak loze haak heeft eigenlijk altijd mijn voorkeur in wier en bij obstakels. Bij lijnbreuk kan de vis stukken eenvoudiger van de haak afkomen dan met weerhaak. Zolang je druk op de haak hebt zal deze niet loskomen. Ook het inscheuren is niet anders dan bij een haak met weerhaak.
3 Onderzoek de bodem
Het gebruik van een marker hengel helpt mee om te bepalen hoe de bodem eruit ziet. Er zijn altijd een aantal kleine plekjes te vinden waar je de rig kan laten zakken. Je vindt met je lood gravel bars, bulten en kuilen.
Als je eenmaal een schone of harde plek heb gevonden, ga je met de marker de dieptes bepalen. Het neemt de nodige tijd in beslag, maar als je een goed beeld hebt van je visplek, kan je er je voordeel mee doen.
Met een voerboot in combinatie met een goede dieptemeter is het scannen van de bodem ook goed te doen. Dit gaat sneller dan met de marker.
Staat het wier tot aan de oppervlakte dan is de voerboot al snel niet meer inzetbaar. Dan komt de marker of de rubberboot om de hoek kijken.
Bijvoorbeeld, als je weet dat aan het einde van een strook grind beplanting staat dan zorg je er voor dat je slip dicht staat waarmee je voorkomt dat de vis de beplanting in kan.
De mooiste plekken zijn hard en schoon. Door de spoel vast te houden terwijl de lijn door het water snijdt, kan je voelen hoe hard de bodem is (let ook op de top van je hengel). Zodra je een schone plek hebt gevonden, sleep je de lijn terug tot je voelt dat je een andere weerstand krijgt. Dit duidt op planten begroeiing. Dit is het punt waarop je de lijn op de klip zet. Noteer de gegevens (afstand, richting, diepte, ondergrond en dat je tot x mater achter de lijnklip moet vissen), en je hebt weer een plek gevonden om te kunnen vissen.
4 Gebruik een sterke hoofdlijn
Grindafgravingen bevatten veel scherpe stenen, mosseltjes, wierbedden en andere obstakels. De stenen, takken en wierbedden zijn een ideale woonplaats voor de mosselen. Een mossel is net een mes en funest voor je lijn.
Alleen daarom al een sterke hoofdlijn gebruiken. Gebruik en goede fluorcarbonlijn (niet bij wier gebruiken omdat deze er in weg zakt met alle ellende van dien) als je niet te ver uit de kant vist, anders een sterke lijn met goede slijtvaste eigenschappen. Je wordt niet blij als je een vis verspeelt.
5 Zelf plek in het wier creëren
Soms kan het vinden van een schone plek moeilijk zijn, dit is het punt om zelf in actie te komen. Het is niet alleen een kwestie van een berg lokaas erin dumpen en dan wachten tot de vis de rest doet. Een geleidelijke opbouw is het beste, en zal altijd beginnen met het dumpen van kleine aas zoals hennep, maïs, grondvoer en pellets (de kleine delen in de mix zorgen ervoor dat de karpers zelfs de bodem omwroeten).
Dit zal als eerste de brasem en zeelt aantrekken die starten met het schoonpoetsen van de plek. Hierna komt vriend karper om de hoek kijken. Eenmaal karper op je plek, dan is dit een goed moment om boilies in te gaan zetten. Voor je het weet, heeft de vis niet alleen het gebied schoongemaakt, maar waarschijnlijk hebben ze ook de bodem hebben uitgegraven.
Eenmaal vis op de plek dan je aas zo eenvoudig mogelijk houden. Een eenvoudige basismix bestaat uit hennep, gehakte, gemalen en hele Krill-boilies en wat 4mm Bloedworm-pellets. Naar wens is het aan te vullen met maïs, zout en vloeistoffen.
De keuze is gevallen voor krill en bloedworm omdat deze de geur en smaak van natuurlijk aas in het wier bevatten.
6 Polariserende zonnebril
Het water is vaker wel dan niet erg helder, op dit soort meren zijn je ogen en bril het grootste wapen. Ga nooit weg zonder polariserende bril, je zal versteld staan van de resultaten. Ze laten je de randen/gaten en vissen zien die je anders niet zou hebben opgemerkt.
Waar mogelijk (denk om je veiligheid), is het de moeite waard om in een boom te klimmen. Je ziet vanaf een hogere plek zoveel meer. Het maakt het mogelijk om rondtrekkende karpers te spotten wat je vanaf de grond niet tot nauwelijks lukt. Je kan met deze gegevens een beeld krijgen waar de vissen graag komen en welke niet.
Vergeet ook niet een verrekijker mee te nemen als je een stuk verder moet kijken. Hiermee al meerdere vissen kunnen spotten die je met het oog niet zag.
7 Onderzoek de kanten
Karper houdt van de ondiepe delen en is vaak erg dicht aan de kanten te vinden. Terwijl andere vissers op zoek gaan naar de verre plekken, is het altijd de moeite waard om opzoek te gaan naar een paar stille hoeken of ze de mogelijkheid tot stalken bieden.
De meeste wateren kunnen erg druk zijn, hierdoor zal de vis vaker op zoek zijn naar de gebieden zonder hengeldruk. De kantplek is vaak een van de plekken die de meeste vis kan opleveren. Werp eens een blik bij overhangende bomen, dat zijn de plekken waar de karpers zich graag ophouden. Deze plekken bieden bescherming, en door de takken minder wind op die plek, dus ook warmer.
8 De laatste meter
Schenk de nodige aandacht aan het vervaardigen van de laatste meter, dit is het belangrijkste deel van de setup. Zorg ervoor dat deze altijd plat op de bodem ligt. Bij helder water moet je er ook voor zorgen dat het niet afsteekt tegen de bodem. Gebruik markeerstiften om de lijn te onderbreken. Tegenwoordig zijn de meeste leaders al niet meer uit 1 kleur, en kan je de markeerstiften thuislaten.
Zet wat putty op de verschillende plekken op de leader om deze tegen de bodem te drukken. Zo kan ligt je laatste meter op de bodem en hoef je niet met een slappe lijn te vissen om dit te verwezenlijken.
9 Helder haakaas
Waardoor het komt weet ik niet, maar de beste resultaten krijg je met helder haakaas, vooral in het voorjaar.
Is je haakaas qua kleur gelijk aan de voeraas, dan heeft de vis meer tijd om het te onderzoeken waardoor de kans groter is dat het afschrikt. Springt het eruit, dan is er maar 1 aasje van die kleur, en de nieuwsgierigheid van de karper zorgt ervoor dat ze het snel oppakken.
Maak een snowman met bv een 12 mm witte pop-up. Dit trekt de vis aan, en geeft je dus meer kans op een aanbeet.
10 Zet Zigs in
De zigs zijn de afgelopen jaren enorm succesvol geweest en zijn het meest effectief in helder water. Wanneer de vissen erg weinig interesse hebben in voeding, is dit de nr1 die je kan inzetten.
In het voorjaar vanaf maart zijn ze goed in te zetten. Het is soms de enige manier om beet te krijgen.
Experimenteer met dieptes en kleuren. Een goed startpunt is een derde van de diepte, met zwart of geel foam als haakaas. Start op 1/3de, 2/3de diepte, elk met ander haakaas, afhankelijk van de weersomstandigheden.
Zodra de lente vordert gaan de karpers meer op de bodem voeden, dan kan je de zigs weer tot de zomer opbergen.
11 Rubberboot
In wier en bij obstakels is de kans aanwezig dat de vis zich vast zwemt. Je
kan je lijn kapottrekken, maar dan is de kans aanwezig dat de vis met jouw lijn
nog vast zit, met de dood van de vis tot gevolg.
Zorg dat je altijd bij een vast gezwommen vis kan. Hierbij is een
rubberboot een erg handig hulpmiddel.
Zorg zeker voor je eigen veiligheid, beginnende met een reddingsvest. Ook
niet onverstandig is om een meter van takken af te blijven. Een tak kan scherp zijn
en zo door de huid van je boot penetreren. Idem voor obstakels die vlak onder
het oppervlak zitten. Dan is een harde bodem gewenst.
2 meerpalen bieden uitkomst als je de boot vast wil leggen. Zeker bij wind
een must, in no time lig je 10 meter verder.